Inloggen

Analytisch denken

Stel je voor dat je een kamer binnenloopt vol onbekende voorwerpen. Wat doe je als eerste? Ik begin patronen, herhalingen of anomalieën op te merken.
Ik probeer intuïtief te raden waar ze voor dienen.
Ik richt me op één onderwerp en begin het grondig te onderzoeken.
Ik wacht tot iemand iets doet, zodat ik de context begrijp.
Ik laat me leiden door toeval - wat me als eerste opvalt, dat onderzoek ik.

Je krijgt tegenstrijdige informatie van twee mensen die je vertrouwt. Hoe reageer je? Ik analyseer de details van hun verklaringen, ik zoek naar inconsistenties.
Ik zal andere mensen vragen om een breder beeld te krijgen.
Ik neig naar degene die overtuigender overkomt.
Ik laat het eerder zo – als ik niet kan beslissen, is het misschien onbelangrijk.
Ik richt me op de invloed die de gegeven informatie op mij heeft - niet op de waarheidsgetrouweheid ervan.

Hoe ga je om met een complexe beslissing? Ik teken mogelijkheden, scenario's en hun gevolgen.
Ik luister naar mijn innerlijke instelling, ook al heb ik niet alle gegevens.
Ik vraag naar de mening van anderen, vergelijk het met de mijne.
Ik analyseer alleen datgene wat ik kan beïnvloeden - de rest laat ik aan de kant.
Ik neem de tijd - vaak verschijnt de oplossing geleidelijk aan.

Op de tafel liggen drie papieren met dezelfde tekst, maar in verschillende opmaak. Wat valt je als eerste op? Verschillen in opmaak – ik zoek naar systemen of fouten.
Inhoud - het uiterlijk doet er niet toe.
Waarom is dezelfde tekst drie keer – wat wilde iemand daarmee aangeven?
Ik vergelijk ze en probeer de "beste" te vinden.
Ik negeer het - misschien is het niet voor mij.

Hoe reageer je als iets niet volgens plan verloopt? Ik zoek onmiddellijk naar de oorzaak - wat heb ik over het hoofd gezien?
Ik probeer me aan de omstandigheden aan te passen.
Het verstoort me onaangenaam - ik heb even tijd nodig.
Ik zal beoordelen of het zin heeft om door te gaan of alles te veranderen.
Ik negeer afwijkingen - dingen ontwikkelen zich altijd op de een of andere manier.

Je krijgt de opdracht: "Vind een oplossing voor een probleem dat nog niemand precies heeft gedefinieerd." Hoe begin je? Eerst probeer ik het probleem zelf te begrijpen - ik zoek naar patronen of herhalende verschijnselen.
Ik ga brainstormen - misschien komt er iets bij me op.
Ik ga meteen handelen - in de praktijk zal blijken wat werkt.
Ik zal de anderen vragen wat zij ervan denken.
Ik vraag me af waarom niemand het heeft gedefinieerd - misschien is het geen echt probleem.

Welk type boeken of artikelen trekt je het meest aan? Zoeken naar verbanden, patronen, logica.
Verhalen vol emoties en innerlijke ervaringen.
Praktische handleidingen die ik meteen kan uitproberen.
Analyses en commentaren over de actuele gebeurtenissen.
Creatieve overpeinzingen, filosofische gedachten, metaforen.

Wat betekent "een goede vraag" voor jou? Een die meerdere lagen heeft en me aan het denken zet.
Een die sterke emotie oproept.
Een die leidt tot een duidelijk antwoord of oplossing.
Een die de dialoog opent en een blik vanuit meerdere hoeken biedt.
Een die klinkt als een uitdaging - ik wil er een onconventionele antwoord op vinden.

Er wordt gezegd dat "cijfers niet liegen". Hoe zie jij dat? Ik geloof dat cijfers een nuttig hulpmiddel zijn - als we weten wat ze meten.
Cijfers zonder context kunnen meer bedriegen dan woorden.
Ik geef de voorkeur aan verhalen en ervaringen boven gegevens.
Als ik gegevens heb, kan ik beslissen - anders twijfel ik.
Ik laat me eerder leiden door mijn intuïtie dan door cijfers.

Stel je voor dat je een fout maakt in een taak die anderen als eenvoudig beschouwen. Wat gaat er door je hoofd? Ik wil ontdekken waar precies ik een fout heb gemaakt - en waarom.
Ik vraag me af wat dat over mij zegt - ik voel me kwetsbaar.
Ik beschouw het als onderdeel van het leren – er gebeurt niets.
Ik begin te twijfelen of ik geschikt ben voor dit type taken.
Ik wil het opnieuw proberen, maar met een andere aanpak.